Vogelvrouwtje 11
Ik stond naast een kauw in de tuin, hij hipte wat rond en was niet meer dan een meter van mij verwijderd. Met zijn zwarte kraaloogjes keek het beestje mij aan, waarbij hij zijn kopje schuin hield. Ik hield mijn adem in. Zou ik nu eindelijk in het stadium zijn beland dat de vogels mij als onderdeel van hun kolonie zien?
Eerder deze week werd ik namelijk straal genegeerd door een groep koolmeesjes terwijl ik buiten onder de parasol zat. Ze waren vrolijk aan het badderen en deden zich te goed aan de zonnebloempitten die ik op de voederplank had gelegd. Misschien zijn ze onderhand zo gewend aan mijn aanwezigheid, dat ik bij de tuin-assecoires ben gaan horen?
Wat mij betreft voel ik me ondertussen wel onderdeel van hun gemeenschap. Ik weet bijvoorbeeld precies waar de vaste tuinfluiters, de merel en de roodborst zich ophouden. Omdat ik zo veel in de tuin ben, hoor ik ze namelijk veelal op dezelfde plek. Ook weet ik precies waar het nestje van de winterkoninkjes dit jaar op de deel is gemaakt. Ik hoor de babygeluiden en zie hun ouders af- en aan vliegen.
Dat de Vlaamse gaai laatst brutaal naar binnen keek, alsof hij wilde vragen: " Waar blijft ons voer" vind ik zo langzamerhand ook vrij normaal.
Soms strijken er ook vreemdelingen neer, die ik vanwege de diversiteit graag bij ons zou willen houden.( Dit zou trouwens een mooie zin zijn voor elke burgemeester in Nederland, maar goed terug naar de vogels)
Bij de nationale vogeltelling hoef ik eigenlijk niet te tellen. Ik weet het aantal vaste bewoners uit mijn hoofd. Ze wonen namelijk permanent in de tuin en horen bij ons.
Nog even en de vogels laten ons hun baby's zien. Ik kijk uit naar dat moment, ook al schoppen ze mijn hele telling in de war!
Het is zo fijn om een vogelvrouwtje te zijn. Ik raad het iedereen aan!
Reacties
Een reactie posten