Vogelvrouwtje 8
Mijn lief en ik genieten van het zaterdagse ontbijt en lezen de papieren ochtendkrant. Ook vanochtend is daar het dagelijkse vogeltafereel dat zich vlak voor ons raam afspeelt. Een badderende zwartkop, een paar koolmezen die zich tegoed doen aan de zaden op de voedertafel, een vink die op het terras rondscharrelt. Het ziet er allemaal heel erg vredig en overzichtelijk uit. We zitten dan ook totaal niet te wachten op de twee stokers die de rust komen verstoren. Boomklevers! Ze jagen met zenuwachtige gebaren al het andere volk wat vleugels heeft weg, uit de buurt van het eten. " Van mij!, van mij! zouden ze vast en zeker roepen als ze konden praten. Ze banjeren over de voedertafel en kijken woest in het rond. Hun speedobril geeft hen daarbij de benodigde macholook en daardoor een soort van autoriteit. De andere vogels láten zich dan ook wegjagen. "Kom voor jezelf op" Wil ik ze toeroepen. Maar de koolmezen kijken vanuit de struiken toe en lijken het moment af te wachten waarop de boomklevers de tafel zullen verlaten. .De zwartkop is in geen velden of wegen meer te bekennen. Een enkel pimpelmeesje landt op het puntje van de tafel en kijkt aandachtig naar haar nerveuze soortgenoot. Zij laat zich juist niet wegjagen. "Het zijn net mensen" zegt mijn lief terwijl hij een hap neemt van zijn beschuit. En dan is natuurlijk de vraag, welk tuinvogeltje ben jij?
Reacties
Een reactie posten