Dag, koude winter
Zo snel als de winter leek te komen, zo snel was ie ook weer weg. Een week lang mochten we genieten van schaatsen op natuurijs en het kraken van de vorst onder onze schoenen. We zochten met koude vingers onze ijskrabber voor de bevroren autoramen, terwijl onze adem zichtbaar was in de ijle lucht. "Waar was die lekkere warme muts eigenlijk gebleven?" Ik vond 'm in de doos met daarop de sticker "winter" (Waar natuurlijk ook de pittenzakken en de kruiken in opgeborgen waren) Er heerste overal waar we kwamen zo'n koortsachtig sfeertje. Ik zag mensen met blozende wangen die in de rij stonden bij de schoenmaker ( in dit geval de schaatsenslijper) terwijl verderop mensen zich verdrongen voor de frietkraam waar goeie zaken werden gedaan met de verkoop van een bak snert. Het waren ouderwetse taferelen, waarbij heel Nederland opleefde. Even geen corona, oorlogsdreiging, klimaatcrisis, energiecrisis, boerenprotesten. Even gewoon niet. Even alleen maar kou. Even alleen maar de winter die het nieuws beheerste. Maar ineens was het voorbij. Het veranderende weer werd aangekondigd door de weerexperts. Maar niemand wilde er aan.
Na een paar weken begon de specht in onze tuin te roffelen op een boom. Het was buiten zo zacht dat hij waarschijnlijk dacht dat de winter voorbij was. Besef van tijd heeft zo'n vogeltje natuurlijk niet. De winter kwam ook niet meer terug. Sommigen mensen zeiden dat we geluk hadden, want met de huidige energieprijzen kon eigenlijk de thermostaat van de kachel niet meer omhoog. "En voor de mensen in Oekraïne is het ook een zegen dat de koude dagen voorbij lijken te zijn. " zei de nieuwslezer in het 8 uur journaal "Het is nog maar januari" sputterde ik tegen. Maar toen ik naar buiten ging zag ik dat de takken van de Hortensia groene knoppen vertoonde. " Wat zeur je nou, jij houdt niet eens van kou" zei iemand tegen me toen ik mijn teleurstelling uitte. Het was waar. Ik herinner me winters waarin ik elke ochtend de ramen van mijn auto stond te krabben en mijn wintertenen zo'n pijn deden dat ik stond te vloeken vanwege de kou. Waar kwam mijn winteradoratie dan ineens vandaan? Ik besefte dat ik had genoten van het "wij" gevoel dat in deze tijden van crisis op crisis, soms verdwenen lijkt te zijn. Het was een gevoel van: wij trotseren samen de kou en wij genieten ook samen van de kou. Maar goed, het was leuk zo lang het duurde. De warme winter had zijn intrede gedaan. Ik stopte mijn winterse spullen weer in de daarvoor bestemde doos en bracht 'm naar de zolder. Je raadt het al, daar was nog wel plek onder het schuine dak.
Reacties
Een reactie posten