Hoe heet kan een zomer zijn 28 mei
Schrijfwedstrijd NRC 28/05/2022
Titel:Hoe heet kan een zomer zijn.
"Is een e-bike niks voor jou?" vraagt Karel als ik puffend en zwetend voortzwoeg op een colletje in de buurt van de Mont Ventoux.
Ik val abrupt stil. Stap af en loop met mijn fiets naar de schaduw van een boom. Vroeger fietste ik moeiteloos de Mont Ventoux op. Maar nu, een paar maanden na mijn 60e verjaardag voelen mijn benen zwaar , staat mijn ademhaling op hijgstand, tellen de extra kilo's en wil ik eigenlijk het liefst zo snel mogelijk terug naar ons Chalêt. De rivier naast de camping lonkt, evenals een stoel en mijn favoriete boek. Het is ook zo heet vandaag. Was het eerder ooit zo heet? Karel gaat intussen door met zout in de wond wrijven. Probeert me te overtuigen van t gemak van zo'n electrische fiets door me voor te houden dat we dan "echt" samen kunnen fietsen. Zijn betoog verwaait een beetje in de wind. Hij eindigt met een vergelijking met een vrouw uit onze kennissenkring die veel plezier heeft van haar elektrische fiets. Saillant detail: hij heeft het over Iemand die nooit verder komt dan de buurtsuper. ""Godsamme karel!" Hij schrikt van mijn uitval. " ik wil je alleen maar helpen" schuttert hij. Ik ben boos op hem omdat hij me onder een categorie oude mutsen lijkt te scharen en boos op mezelf omdat ik niet harder kan. Zwijgend rijden we terug naar de camping. Bij de rivier zitten onze vrienden. Een paar van hen zijn al met pensioen. Ik benijd ze er om. Ze zijn vanochtend in hun fietskleding naar de bakker gefietst. En hebben op een nabijgelegen terras een café Olé (au lait) gedronken. "Was t zwaar?" vragen ze me. Karel wordt niks gevraagd. Hij is dan ook niet zo rood aangelopen en doorweekt van het zweet als ik. " Het is ook veel te heet" . Ik geef gewoon de hitte de schuld. Dat ben ik er maar van af.
"Het is ook wennen" zegt één van hen. "Na anderhalf jaar corona". Nog beter. Het virus is de boosdoener. Na een duik in de koude rivier schud ik de warmte van me af. Ik ben nog steeds springlevend. Morgen ga ik alleen richting Mont Ventoux. Ik zal Karel eens laten zien wie er aan de e-bike moet.
Met een fietsshirt vol repen en genoeg water zwoeg ik de volgende dag richting het dorpje Sault. Ik ploeg voort en lijk een ritme te hebben gevonden. Af en toe zoeft er een jonge God(in) voorbij. Ik blijf stijf mijn eigen ritme fietsen. Ik fiets langzaam, ik geef het toe en de zon brandt als een gek. Ik stop en knoop mijn helm vast aan mijn stuur. Mijn haar plakt op mijn schedel. Ik grijp naar één van mijn bidons en gooi de hele inhoud over mijn hoofd. Ik tuur naar de wegwijzer. 16 kilometer naar Sault? Hoe kan dat? Ik heb me een ongeluk gefietst. "Courage" brult een franse gek uit een auto. "Ach flikker toch op" bries ik terug. Het moet een raar gezicht zijn. Vrouw, zestig met nat hoofd in een iets te strak wielerpak, gezicht op onweer.
"God, man wat is t heet....Hoe heet kan een zomer zijn...in de Provence?" vraag ik me af.
Op mijn smartphone zie ik dat het 43 graden is . Ik neem een hap van mijn banaan chocoladereep. Hij is plakkerig en kleverig. Net als ik zelf. Dan neem ik een besluit.
Ik tik "e-bike" in op de zoekmachine op mijn telefoon. Er verschijnt een site en ik druk op: "save" Ik voel me ineens volkomen kalm. Ik keer mijn fiets om en begin als een jonge godin aan de afdaling
Mieke 28 mei 2022
Reacties
Een reactie posten